Mijn 1e schooldag
Van mijn eerste schooldag op het Nederlandsch -toen nog met “sch”- herinner ik me eigenlijk heel weinig meer. Dat is toch gek. Want het moet ongetwijfeld een in mijn -tot dan toe korte- leven aard verschuivende gebeurtenis zijn geweest. Ik herinner me wel dat ik een schooltas had, die ik in twee openklappende segmenten over de bagagedrager van mijn fiets moest draperen. En als ik hem daarvan aftilde, over mijn onderarm. Maar niet als het regende. Dan klapten de twee helften als het ware samen tot één tas, die ik in zijn geheel onder mijn snelbinders moest vatten. En soms was die tas zo zwaar dat ‘ie er ergens op de Laan Copes van af viel. Moest ik afstappen en de tas weer oprapen en onder die snelbinders stoppen. Toeterende auto’s, opspattend water, gedoe.
Het merk van mijn fiets weet ik ook nog: Vesting. (NB. Mijn tweelingbroer had
een Fongers.) En dat ik van die fiets moest afstappen als ik de poort van de Willemstraat inreed. Die poort, met daarboven het domein van de onkreukbare heer De Beus en mejuffrouw Jurriëns; met een strenge knot in het haar, stevige stappers en een rok die tot ver onder de knie viel.
En mijn boeken, die waren gekaft. Eigenhandig….nou ja, met hulp van mijn moeder. Met van dat saaie bruine papier. Glad aan de ene en ruw aan de andere kant. Waarin ik soms de driehoekjes aan de onder- en bovenzijde van de rug te diep had ingeknipt. Nee, dat kaften was geen sinecure. Vooral niet bij boeken met van die dunne omslagen; dan had je namelijk geen houvast.
Wat ook nieuw was: ik had een agenda. Een Rijam. Die heb ik bewaard. Op de eerste foto zien jullie mijn lesrooster; op de tweede mijn docenten.
En op de derde mijn aantekeningen voor de eerste schooldag…
Ach, die eerste schooldag. Op de lagere school was ik tot in de hoogste regionen gestegen; en nu stond ik verdorie weer helemaal onderaan de ladder. De hoge ladder naar volwassenheid…
Eén troost: al mijn klasgenoten -in 1C- stonden ook onderaan hun eigen ladder. En dat schept een band.
Een band voor het leven? In mijn herinnering wel. Maar in de praktijk niet: we zwermen uit, vliegen weg, slaan andere wegen in. En zo hoort het ook.
Vandaar dat die bijeenkomsten van de BOL zo bijzonder zijn: je wordt teruggeworpen naar een tijd, waarin je nog moest zoeken naar je identiteit die nu een gegeven is…
Tot zover…volgende keer meer! Hein Snijders